[ad_1]
Een blik op de komende dag op de Aziatische markten.
Sterke Amerikaanse productiegegevens op maandag zorgden ervoor dat het tweede kwartaal van het jaar begon met een knal in misschien wel de twee belangrijkste financiële activa ter wereld – de dollar en Amerikaanse staatsobligaties – wat dinsdag de toon zou moeten zetten voor Azië.
De obligatierendementen stegen en de dollar piekte naar het hoogste niveau sinds november, omdat de 'lang langer hogere' Fed- en Amerikaanse economische 'zachte landing'-verhalen hun greep op de vastrentende waarden en de valutamarkten verstevigden.
Vreemd genoeg hield Wall Street het redelijk goed vol: de Dow Jones daalde met 0,6 procent, maar de S&P 500 verloor slechts 0,2 procent en de Nasdaq sloot in het groen. Zojuist.
Kan deze veerkracht de hogere rente en een sterkere dollar compenseren, en de risicobereidheid in Azië ondersteunen?
Als dat niet het geval is, zullen er maandag een reeks teleurstellende cijfers over de fabrieksactiviteit in Azië worden aangehaald, samen met de stijging van de dollar.
De dollar heeft een flinke opmars gemaakt en is dit jaar voor het eerst boven de 105,00 op indexbasis gekomen, waardoor de yen richting 152,00 per dollar is teruggedrongen naar potentieel Japans interventiegebied.
Het lijkt erop dat de dollar ook momentum heeft, na slechts twee van de laatste dertien sessies te zijn verzwakt. Gegevens uit de Amerikaanse termijnmarkt laten zien dat hedgefondsen sinds september 2022 hun grootste netto long-dollarpositie hebben opgebouwd, waarvan het grootste deel ten opzichte van de yen.
De reeks Japanse economische indicatoren van maandag gaf gemengde signalen af, en bood de yen dus geen duidelijk pad. Maar de Amerikaanse ISM-activiteitsgegevens en een nieuwe opleving in de GDPNow-modelraming van de Atlanta Fed voor de groei in het tweede kwartaal deden dat zeker.
De Chinese markten begonnen de week echter goed, nadat uit een particulier onderzoek bleek dat de Chinese productieactiviteit in maart in het snelste tempo groeide in dertien maanden, wat de verrassend sterke officiële onderzoeksgegevens van het weekend versterkte.
De Chinese blue chips op het vasteland stegen met 1,6 procent voor hun beste dag in een maand en presteerden ruimschoots beter dan de MSCI Asia ex-Japan index, die iets lager eindigde, en de Japanse Nikkei, die 1,4 procent verloor.
De economische en bedrijfskalender van Azië is dinsdag vrij licht. De laatste Australische en Indiase inkoopmanagersindexrapporten voor de productiesector en de Zuid-Koreaanse consumenteninflatie vormen de beste keuze.
Economen geraadpleegd door Reuters gaan ervan uit dat de maandelijkse inflatie in de op drie na grootste economie van Azië in maart is vertraagd van 0,5 procent naar 0,3 procent, terwijl de inflatie op jaarbasis stabiel bleef op 3,10 procent.
Nu de inflatie ruim boven de doelstelling van 2 procent van de Bank of Korea ligt, zal de rente waarschijnlijk tot ver in de tweede helft van het jaar op het hoogste niveau in 15 jaar van 3,5 procent worden gehouden. Net als veel andere centrale banken in Azië zal de BOK er waarschijnlijk voor zorgen dat de Fed het Amerikaanse monetaire beleid versoepelt alvorens in actie te komen.
Hier zijn de belangrijkste ontwikkelingen die dinsdag meer richting aan de markten zouden kunnen geven:
– Australische productie-PMI (maart)
– Indiase productie-PMI (maart)
– Consumenteninflatie in Zuid-Korea (maart)
(door Jamie McGeever; redactie door Josie Kao)
[ad_2]
Source link